Goudsmitstraat wordt omgetoverd tot Gulden Speelquartier

GROENLO – Aan het enthousiasme van Pim (4) en Joep (7) zal het niet liggen. Zodra de tafel met het hamerspel staat opgesteld zijn de vreugdekreten niet van de lucht. Een houten balletje door de spijkers over het bord naar het bakje van de tegenstander duwen, veel meer is het eigenlijk niet. Maar er wordt veel meer bij gelachen dan bij het gemiddelde computerspelletje.

Gestoken in hun zeventiende-eeuwse pak zijn ze al helemaal klaar voor de Slag om Grolle, komende herfstvakantie. En meer geluk kun je als kind nauwelijks hebben: ze wonen niet alleen midden in de binnenstad, ook hebben hun ouders als bewoners van de Goudsmitstraat een thema gekozen waar ze wel mee uit de voeten kunnen: het Gulden Speelquartier, ofwel kinderspelen.

“Meedoen aan de Slag om Grolle betekent meer dan alleen op straat een barbecue houden en bier op een boomstam drinken”, vindt Roy Oostendorp, die uitlegt hoe het idee vorm kreeg. “We zijn met de buurt op zoek gegaan naar een thema uit de zeventiende eeuw, en vonden iets wat niet al te lastig te realiseren was: kinderspelen. Je moet klein beginnen, en dan kun je zoiets altijd uitbouwen.”

Oostendorp spreekt uit ervaring, want hij was tijdens de tweede editie van de Slag om Grolle in 2008 lid van de eerste groep ‘burgers’ die in de binnenstad een thema uitbeeldden: de leprozen. De leden die er het ergst aan toe waren werden met een kar door de straten vervoerd. In 2012 stalen ze de show met het optuigen van een bouwwerk met oude gebinten in de Kevelderstraat. “Zo’n evenement gaat veel meer leven wanneer je deelnemer bent, en niet alleen toeschouwer”, zegt de Grollenaar. Een ervaring die inmiddels veel meer stadgenoten hebben.

Buurvrouw Francine kon van een bevriend horecabedrijf in de regio een stel oud-Hollandse bordspelen lenen, en ook steken de buurtbewoners zelf de handen uit de mouwen om een ‘speelkwartier’ te realiseren. De meeste spelletjes kunnen onder tentdoek langs de straat gespeeld worden, maar voor activiteiten die wat meer ruimte nodig hebben zoals het kegelen, is de Koningssteeg beschikbaar. Een poppenkast zal overigens niet ontbreken.

Niet alle spelletjes uit de zeventiende eeuw zijn geschikt om vandaag de dag te doen herleven. “Dierenkwellen was toen heel gewoon”, weet Oostendorp die het boek ‘Timpen, hinkelen en pierebollen’ erbij pakt. Daar gaat een heel hoofdstuk over activiteiten als ganssabelen en katknuppelen…

Veel buurtbewoners wonen nog maar pas in de straat, en het organiseren van een gezamenlijk evenement heeft hen dichter bij elkaar gebracht. Voorlopige bekroning daarvan is het winnen van de straatprijs met carnaval, waarvoor de buurt ook te porren is. Dit keer geen ballonnen boven de straat, maar wasgoed dat te drogen hangt. Op de vraag wat eigenlijk leuker is, de Slag om Grolle of carnaval, heeft Joep een goed antwoord: “Allebei.”

Ouders die hun kinderen straks willen ‘droppen’ bij het Speelquartier doen dat op eigen risico. Oostendorp, met een knipoog naar de plaatselijke kinderopvang: “Pindakaas was er in die tijd nog niet.”